Wacht-Even

Dit gedicht (Toon Tellegen) is een inspiratiebron voor Wacht-Even.

Beste eekhoorn,

Als je niet wilt dat de tijd voorbijgaat
(en dat wil je toch niet?)
dan moet je aardig zijn voor de tijd
je moet vragen wat hij wenst
je moet je luiste stoel naar hem toe schuiven
je moet hem een kopje thee aanbieden
en zoveel honing voor hem neerzetten als hij ooit maar op kan
(maar je moet er wel opletten dat je wat overlaat voor mij,
als ik straks langskom),
je moet zorgen dat de zon schijnt
en dat de lijster zingt
en dat de geur van zoete beukennoten rondwaart (zo heet dat) –
en als hij dan toch nog voorbijgaat
dan moet je voor hem gaan staan en roepen:

Ho! Wacht even!

en dan moet je hem strelen –
eerst de seconden
dan de minuten en de uren
en dan de dagen en de maanden en de jaren,
zachtjes strelen –
misschien gaat hij dan nooit voorbij
(maar zeker is dat niet).
Wacht anders tot ik er ben.
Tot straks.

De mier.